’t Monumentje, ik kom er al een jaar of veertig. Vanaf de dag dat ik als 16-jarige in een souterrain op de Bloemgracht ben neergestreken. Het was toen een heel ander soort kroeg. Donker, groezelig en veel drank & dr…opjes. Amsterdam was in die tijd sowieso een stuk ruiger. De Jordaan was in verval, met balken ondersteund en dichtgespijkerd. Wethouder Jan Schaefer wilde het liefst de hele buurt platgooien, maar gelukkig ging dat de gemeente te ver. Vanaf die tijd zijn veel pandjes opgeknapt en is de Jordaan geworden tot wat het nu is, keurig opgepoetst en bijna een openluchtmuseum.
Meezingen in ’t Monumentje is begonnen met Chris en Jos. Twee hippies met een gitaar en een trekzak die Hollandse liedjes speelden enwilde dat iedereen mee ging zingen. Jos vertrok en Chris bleef. Hij haalde er nieuwe bandleden die soms ook weer vertrokken. Maar dat doetniks af aan dit verhaal. In iedere samenstelling is De Meezingbende onverminderd populair gebleven.
Ik kwam dus al vaker in ’t Monumentje en was er ook op het moment dat die twee gasten daar op maandagavond begonnen te spelen. Ze hebbenhun plek daar echt moeten veroveren.De stamgasten maakte in die tijd de dienst uit in ‘hun’ café. In het begin bleven de tafels enstoelen ook gewoon staan. Dan zaten Chris en Jos achter de grote tafel terwijl de stamgasten aan diezelfde tafel nog bezig waren met huncompetitiewedstrijd backgammon. Ze zongen soms wel mee, maar de meeste waren geen echte meezingfans. Toen het meezingen steeds populairderwerd, voelden sommige stamgasten zich in het nauw gedrongen. Hierdoor gebeurde het soms dat ze expres harder gingen praten en met hundobbelbekers gingen rammelen. Jos kon dan geweldig uit z’n slof schieten en dan kwam Harry achter de bar vandaan om de boel te sussen.Veel commotie, maar altijd met een goede afloop. Na verloop van tijd kregen de meezingers de overhand en vanaf dat moment was ’tMonumentje de eerste maandag van de maand van de De Meezingbende.
Vanaf het begin is het een succesverhaal geweest. Jaar in jaar uit, altijd volle bak. Soms werd het iets rustiger maar dan leek het wel ofer een blik nieuwe zangers werd opengetrokken en stroomde de kroeg weer vol. De opbouw van zo’n avond vind ik ook altijd zo mooi. Heteerste uur is het altijd nog een beetje rommelig en onwennig. Het tweede uur komt iedereen los en gaat de volumeknop omhoog. En hetlaatste uur dat eindigt met Ramses Shaffy’s Zing, vecht, huil, bid op orkaankracht.
Net als iedere meezinger heb ik m’n favoriete liedjes. Maar het meest houd ik van liedjes met teksten van Lennaert Nijgh. Hij heeft veelteksten geschreven voor Boudewijn de Groot en Ramses Shaffy en zijn teksten zijn zeer herkenbaar. Het zijn allemaal sprookjes. Zoals hetliedje Eva van Boudewijn de Groot. ‘Ik houd de wereld in mijn hand. Het glazen ei vol land en wolken’. Een prachtig sprookje van waarinhij zich een soort God voelt, boven alles en iedereen verheven. Het doet mij denken mij aan m’n kinderjaren. De bravoure en het gevoel datik toen had de hele wereld aan te kunnen. Met m’n borst vooruit en nergens bang voor! Dat gevoel wekt dat nummer bij me op.
Ik heb ook veel fijne herinneringen aan de meezingavonden. De mooiste is wel dat ik er de moeder van mijn kind heb ontmoet. Ik heb er ookveel leuke mensen ontmoet en nieuwe vrienden gemaakt. Ik ga trouwens het liefst alleen naar de meezingavonden. Dan hoef ik met niemandrekening te houden en babbel ik met iedereen.
Nog één anekdote over het liedje ‘Zing, vecht, huil, bid’, waar we de avond altijd mee afsluiten. Een goede vriendin van me die ook altijdkwam zingen nam een keer een vriendin mee. Zoals de meeste van jullie weten eindigt het refrein van dit lied met ‘Maar niet zonder ons’.Ik had altijd de gewoonte om dan te zingen ‘Maar niet zonder mij”. Gewoon, om een beetje te stangen. Mijn vriendin vond dat altijd zwaarirritant. Wat voor mij weer een goede reden was om het nog harder te zingen. De dame die dit keer was meegekomen bleek liefdesverdriet tehebben. Want toen het refrein werd ingezet hoorde ik haar zingen ‘Maar niet zonder hem”. Dat vond ik zo mooi! Hetzelfde liedje, en driemensen met ieder een eigen interpretatie. Mijn vriendin die het zong zoals het bedoeld was, haar vriendin bij wie het verlies van haarpartner kennelijk nog hoog zat, en ikzelf vanuit mijn eigen minderwaardigheidscomplex.
De Meezingbende, nu al bijna 25 jaar een begrip in de Jordaan. Ze hebben letterlijk en figuurlijk hun plekje moeten veroveren. Maar nustaat het als een huis. De mannen hebben zo langzamerhand een soort cultpopheldenstatus gekregen. Volle zalen en open doekjes. Dit gaatnooit verloren.