Meneer de president, welterusten
Slaap maar lekker in je mooie witte huis
Denk maar niet te veel aan al die verre kusten
Waar uw jongens zitten eenzaam ver van thuis
Denk vooral niet aan die zesenveertig doden
Die vergissing laatst met dat bombardement
En vergeet het vierde van die tien geboden
Die u als goed christen zeker kent
Denk maar niet aan al die jonge frontsoldaten
Eenzaam stervend in de verre tropennacht
Laat die weke pacifistenkliek maar praten
Meneer de president, slaap zacht
Droom maar van de overwinning, en de zege
Droom maar van uw mooie vredesideaal
Dat nog nooit door bloedig moorden is verkregen
Droom maar dat het u wel lukken zal ditmaal
Denk maar niet aan al die mensen die verrekken
Hoeveel vrouwen, hoeveel kinderen zijn vermoord
Droom maar dat u aan het langste eind zult trekken
En geloof van al die tegenstand geen woord
Bajonetten met bloedige gevesten
Houden ver van hier op uw bevel de wacht
Voor de glorie en de eer van ’t vrije westen
Meneer de president, slaap zacht
Schrik maar niet te erg wanneer u in uw dromen
Al die schuldeloze slachtoffers ziet staan
Die daarginds bij het gevecht zijn omgekomen
En u vragen hoelang dit nog zo moet gaan
En u zult toch ook zo langzaamaan wel weten
Dat er mensen zijn die ziek zijn van ’t geweld
Die het bloed en de ellende niet vergeten
En voor wie nog steeds een mensenleven telt?
Droom maar niet te veel van al die dooie mensen
Droom maar fijn van overwinning en van macht
Denk maar niet aan al die vredeswensen
Meneer de president, slaap zacht