226 Brabant

Guus Meeuwis
Een muts op mijn hoofd, mijn kraag staat omhoog
Het is hier ijskoud maar gelukkig wel droog
De dagen zijn kort hier de nacht begint vroeg
De mensen zijn stug en er is maar een kroeg
Als ik naar mijn hotel loop na een donkere dag
Dan voel ik mijn huissleutel diep in mijn zak

En ik loop hier alleen in een te stille stad
Ik heb eigenlijk nooit last van heimwee gehad
Maar de mensen ze slapen de wereld gaat dicht
En dan denk ik aan Brabant want daar brandt nog licht

Ik mis hier de warmte van een dorpscafé
De aanspraak van mensen met een zachte G
Ik mis zelfs het zeiken op alles om niets
Was men maar op Brabant zo trots als een Fries
In het zuiden vol zon woon ik samen met jou
Het is daarom dat ik zo van Brabanders hou

En ik loop hier alleen in een te stille stad
Ik heb eigenlijk nooit last van heimwee gehad
Maar de mensen ze slapen de wereld gaat dicht
En dan denk ik aan Brabant want daar brandt nog licht



De Peel en de Kempen en de Meierij
Maar het mooiste aan Brabant ben jij, dat ben jij

En ik loop hier alleen in een te stille stad
Ik heb eigenlijk nooit last van heimwee gehad
Maar de mensen ze slapen de wereld gaat dicht
En dan denk ik aan Brabant want daar brandt nog licht
En dan denk ik aan Brabant want daar brandt nog licht
© 2002 Tekst en muziek Guus Meeuwis, Jan-Willem Rozenboom