Hoe sterk is de eenzame fietser
Die kromgebogen over zijn stuur
Tegen de wind
Zichzelf en weg baant
Hoe zelfbewust de voetbalspeler
Die voor de ogen van het publiek
De wedstrijd wint
Zich kampioen waant
Hoe lacht vergenoegd de zakenman
Zonder mededogen
Die ’n concurrent verslagen vindt
Zelf haast failliet gaat
En ik zit hier tevreden met die kleine op m’n schoot
De zon schijnt; er is geen reden
Met rotweer en met harde wind
Te gaan fietsen met dat kind
♫
Als-ie maar geen voetballer wordt
Ze schoppen ’m misschien halfdood
Du du doedubdu doedubdu doebudoebudoe bu
Du du doedubdu doedubdu doebudoebudoe bu
Als-ie maar geen voetballer wordt
Ze schoppen ’m misschien halfdood
Maar liever dat nog, dan het bord voor z’n kop van de zakenman
Want daar wordt-ie alleen maar slechter van