Maar ik zie geen enkel bewijs
Al staat aan de deur ‘onbewoonbaar verklaard’
Voor mij blijft het toch een paleis
Het huis is gebouwd in de zestiende eeuw
Het staat van de ouderdom scheef
Ik ben er geboren, ik ben er getrouwd
Ik woon er zolang als ik leef
Op die afgekeurde woning
In het hartje van de Jordaan
Daarop sleet ik m’n jeugd
Had ik leed, had ik vreugd
In de strijd om een eerlijk bestaan
Maar toch voel ik mij een koning
Ook al vloeide er dikwijls een traan
Op die afgekeurde woning
In het hart van die ouwe Jordaan
In het hartje van de Jordaan
Daarop sleet ik m’n jeugd
Had ik leed, had ik vreugd
In de strijd om een eerlijk bestaan
Maar toch voel ik mij een koning
Ook al vloeide er dikwijls een traan
Op die afgekeurde woning
In het hart van die ouwe Jordaan
Ik slaap in een bedstee zo fijn als een roos
Ik hoor er geen toeter, geen tram
En als ik ontwaak zie ik zo door mijn raam
De schoonheid van oud Amsterdam
De zolder heeft balken van echt eikenhout
Het keukentje is maar heel klein
Maar wat wil een mens
in z’n woning nog meer
Dan blij en gelukkig te zijn
Op die afgekeurde woning
In het hartje van de Jordaan
Daarop sleet ik m’n jeugd
had ik leed, had ik vreugd
In de strijd om een eerlijk bestaan
Maar toch voel ik mij een koning
Ook al vloeide er dikwijls een traan
Op die afgekeurde woning
In het hart van die ouwe Jordaan
In het hartje van de Jordaan
Daarop sleet ik m’n jeugd
had ik leed, had ik vreugd
In de strijd om een eerlijk bestaan
Maar toch voel ik mij een koning
Ook al vloeide er dikwijls een traan
Op die afgekeurde woning
In het hart van die ouwe Jordaan